top of page
Zoeken
Henriette Kamp

De deksel van de put

Soms zijn gebeurtenissen zo ingrijpend en zo veel te veel, dat ze je lijken te overweldigen. Dan is het zo te groot, dat je niet weet hoe daar mee om te gaan. Ook als je al (jong)volwassen bent. En als er dan onvoldoende steun is uit de omgeving, komt er gelukkig een overlevingsmechanisme in jezelf in actie, om jou staande te houden. Op dat moment is dat een mooi gegeven en iets om dankbaar voor te zijn. In dit geval werden de emoties en gedachten over de gebeurtenissen in een put met een grote deksel verstopt, in plaats van doorvoelt, verwerkt en losgelaten. Dat kon op dat moment niet anders, want anders zou ze zich niet staande hebben weten te houden en haar moeder moest verzorgd worden en zij was de enige die dat op dat moment kon doen. Doorgaan dus…..


En zo bleef de deksel 30 jaar op de put. 30 Jaar is een hele lange tijd om verdriet en schuldgevoel met je mee te zeulen. Dan heeft dat verdriet en schuldgevoel ook 30 jaar de tijd gehad om zich te nestelen in bijbehorende overtuigingen en patronen.

Ondertussen 30 jaar verder is er een moeilijke situatie ontstaan. Ze ziet wel dat ze hier zelf ook aan heeft bijgedragen. Geen of te weinig grenzen gesteld, vooral voor anderen gezorgd en zichzelf daarbij vergeten en vooral haar gevoelens niet geuit. Dat ze daar helemaal niet blij mee is, uit zich nu in fysieke klachten, boos en nukkig gedrag en als ze niet uitkijkt, belandt ze in een depressie. De eerste tekenen aan de wand zijn er al.


Al zoekend naar het waarom van geen grenzen, het waarom van alleen voor anderen zorgen, komen we bij de gebeurtenissen van 30 jaar geleden. Ik vraag haar haar ogen dicht te doen en te voelen. Voorzichtig duwen we de deksel van de put. Voor het eerst durft ze te voelen, durft ze te zeggen wat ze voelt en eigenlijk denkt, niet wat ze mentaal ‘weet’:


‘Het is mijn schuld!’


Het zit in haar middenrif. Ik vraag haar hier ruimte voor te maken, door met de ademhaling de ballon om dit gevoel heen groter te maken, en het er gewoon te laten zijn. Ik vraag haar om ermee te ademen, net zo lang tot het gevoel minder intens wordt, tot het er misschien zelfs niet meer is. Na een paar minuten zie ik haar gezicht wat ontspannen, stoppen de tranen met stromen en wordt de ademhaling rustiger. Dan opent ze haar ogen en zegt, ja, nu gaat het wel weer.


Zo lang je het niet aankijkt, doorvoelt en accepteert, kun je niet loslaten en blijf je het dus met je meedragen. Met dat proces zijn we vandaag begonnen. Trots op jou, moedig mens. Dit was zeker geen vanzelfsprekendheid, maar je hebt het toch maar gedaan! We zijn er nog niet, maar het begin is er!

66 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários


bottom of page